Oost-Java

Oost-Java is met een inwonertal van 37,5 miljoen op een oppervlakte van bijna 48 duizend vierkante kilometer voor Javaanse begrippen relatief dunbevolkt. De hoofdstad en bestuurlijk centrum is Surabaya aan de noordoostkust van het eiland. Het is met vier miljoen inwoners de grootste stad van Oost-Java. De stad heeft niet alleen een belangrijke haven, maar is ook als industrieel centrum van grote betekenis voor de Indonesische economie. Andere grote steden in Oost-Java zijn het in de koloniale tijd bij de Nederlanders populaire Malang, Kediri en het op de uiterste oostelijke punt gelegen Banyuwangi.

Oost-Java heeft de bezoeker attracties van uiteenlopende aard te bieden. Cacaoplantage in Oost-JavaVan historische tempels zoals de Singosari tempel tot prachtige landschappen en ongerepte vergezichten. Een landschap dat in het binnenland vooral wordt gedomineerd door een reeks spectaculaire rokende vulkanen. Vulkanen zoals bijvoorbeeld de Bromo, die in wellicht het mooiste vulkaanlandschap ter wereld ligt. Of de Semeru, met zijn 3676 meter de hoogste berg van Java. En niet te vergeten de helemaal in het oosten gelegen Ijen met zijn schitterend blauwe kratermeer. En juist de vulkanische activiteit heeft voor vruchtbare gronden gezorgd. De vele in deze streek aanwezige plantages hebben er voor een belangrijk deel hun bestaan aan te danken. Cacao-, koffie-, tabak-, suikerriet-,  en rubberplantages en talrijke rijstvelden worden hier dan ook aangetroffen.

In het zuiden van Oost-Java ligt Blitar, de plaats waar Soekarno, de eerste president van Indonesië, opgroeide en thans begraven ligt. De graftombe en het bijbehorende monument is te vinden in het dorp Bendogent, twee kilometer ten noordoosten van Blitar. Het voormalige woonhuis van Soekarno, anderhalve kilometer buiten het centrum, is nu ingericht als museum.