Malang is na Surabaya de tweede stad van Oost-Java. De stad heeft zich sterk ontwikkeld en er wonen inmiddels meer dan één miljoen mensen. Het ligt op een hoogte van circa 450 meter en was in de koloniale tijd zeer in trek bij de Nederlanders vanwege het milde klimaat en z’n aantrekkelijke ligging te midden van twee fraaie imposante bergketens, te weten het Kawi-Butakmassief in het westen en het Tenggergebergte in het oosten. Ondanks het feit dat Malang een sterke uitbreiding heeft ondergaan heeft de stad zijn historisch karakter toch voor een belangrijk gedeelte weten te behouden. De koloniale architectuur is nog op diverse plekken te zien. Het stadhuis (Balai Kota), de oude katholieke kerk en de hervormde kerk vormen daarvan kenmerkende voorbeelden. Maar ook rond de Jalan Ijen – een mooie brede bloemrijke boulevard – zijn prachtige koloniale gebouwen te zien. Nabij de Alun-Alun – het centrale plein – ligt ook nog het bekende restaurant Toko Oen waar nog altijd alles bij het oude lijkt te zijn gebleven. Ook de bloemenmarkt en vogeltjesmarkt en niet te vergeten de levendige markt Pasar Besar zijn een kijkje waard. Dat geldt evenzeer voor de Eng Ang Kiong Tempel in de Chinese wijk.
Niet ver van de stad liggen nog enkele mooie attracties. Zo ligt 12 km ten noorden van Malang de onvoltooide Singosari Tempel uit het begin van de veertiende eeuw. Deze was gewijd aan Koning Kertanagara, de laatste koning van het Koninkrijk Singosari. Ongeveer twee honderd meter van de tempel staan twee imposante poortwachters (dwarapala), bedoeld om boze geesten te weren. Ongeveer 30 km ten noorden van Malang ligt op de hellingen van Mount Arjuna de Wonosari Tea Garden. Op deze theeplantage kan men niet alleen theepluksters aan het werk zien, maar kan men in de theefabriek kennismaken met het hele thee produktieproces.